Vorige keer hebben we een vijftal bijvoeglijk naamwoorden gezien. Hier volgen zes nieuwe.
Als een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord op -o eindigt heeft het een vrouwelijke vorm op -a. Eindigt zo een woord op -e of op medeklinker, dan is dat zowel mannelijk als vrouwelijk.

simpático/a= sympatiek; comunicativo/a= extrovert, makkelijk in de omgang; paciente = geduldig; amable= vriendelijk; grosero/a= lomp, ruw, schunnig; cortés= hoffelijk

Probeer de bovengenoemde woorden in de volgende zinnen te zetten:

1. Jorge es un chico muy …………………… Puede esperar tranquilamente su turno. (turno=beurt)
2. Esteban es una persona …………………… En el autobús se levanta cuando entra una persona mayor.
3. Anita es una chica …………………. Le gusta contar historias feas de los demás. Además las exagera.
4. Las hermanas de Javier son muy …………………… Siempre traen alegría a las fiestas.
5. Los latinoamericanos suelen ser ………………….con los extranjeros.
6. Rosita es muy……………………Es fácil entablar una conversación con ella. (entablar una conversación= een gesprek aangaan).

Solución ejercicio anterior:
1. atento; 2. molesta; 3. inteligente; 4. arrogante; 5. enferma