Esta vez os mando algunas palabras y sus traducciones al holandés.

  1. abono = de algemene benaming voor mest. Daarnaast kan het een abonnement zijn, voor bijv. de telefoon, maar op een krant of tijdschrift heb je een suscripción.
  2. bajo = laag, maar verwijzend naar persoon klein, terwijl iemand die groot van stuk is met alto wordt aangeduid. Een fors, omvangrijk persoon kan wel un hombre grande zijn, terwijl un gran hombre een groot(s) man is.
  3. caballero = een tabakswinkel is het een sigaar. Het is ook een benaming voor een gentleman. Het staat ook op de deur van het herentoilet, ter onderscheiding van damas. In drugskringen wordt hiermee een heroïnegebruiker aangeduid.
  4. dado = dobbelsteen. Werkwoord: voltooid deelwoord van dar. 
  5. edad = naast leeftijd betekent het ook tijdperk. La Edad Media is de middeleeuwen. 65 plussers worden aangeduid met la tercera edad. De puberteit wordt aangeduid met la edad del pavo.
  6. facha = populair voor uiterlijk, maar ook flop en belachelijk figuur. ¡Está hecho una facha!  Hij ziet er niet uit. Maar: tiene buena facha  betekent hij/zij ziet er goed uit.

Solución ejercicio anterior:

  1. 1. era –  olvidaba; 2. vivíamos – íbamos; 3. existían; 4. usaban.
  2. 2. se ha estropeado; 3. ha olvidado la cartera; 4. ha llegado tarde al trabajo; 5. su jefe le ha dado trabajo extra; 6. no ha comido nada.